dinsdag 25 oktober 2016

Kleine ontmoetingen

Een onfatsoenlijke kerel kwam ik tegen. Twee dagen achter elkaar. De eerste keer vroeg hij of ik getrouwd was. Ik stak mijn hand op, waaraan de trouwring die ik voor deze gelegenheden draag. 'Ah... sorry,' had hij gezegd en hij was gegaan. De dag nadien stopte hij opnieuw naast mij. 'Ik heb je eerder gezien,' zei ik, 'Waar was het... In Mira?' 'In Dolo,' antwoordde hij. Hij vroeg of ik kleine kinderen had. 'Nee, een grote,' zei ik. Hij vroeg of ik geen zin in seks had met hem. Ik herhaalde het woord een paar keer en zei: 'No capito.' 'Ses,' probeerde hij in onhandig Engels en hij maakte een vreemde beweging. 'Ses... Ses... ingeengevalmetjou... Ses..,' zei ik alsof ik nadacht over wat ooit dat woord zou kunnen betekenen. 'Scuzi... no capito.' 'No capito?', vroeg hij. Hij durfde zichzelf niet verder in verlegenheid te brengen en hij ging weer. 

En in een kleine winkeltje kocht ik een soort brood. Ik betaalde met mijn pas. lneens was het bedrag veel hoger. Het drong te laat tot mij door. 'Is betalen met een pas zo duur?'; vroeg ik, 'Dat had je mij moeten zeggen.' 'Dat ís het systeem,' antwoordde hij. 'Whatever!  Je had het moeten zeggen,' herhaalde ik. Ik legde mijn zakje met afval in de ingang van zijn winkel. Dat vond ik de juiste reflectie. 

Maar vandaag zat ik op een muurtje aan de weg. Uit het dorp in de verte kwam een man aan gereden. Hij zei: 'Mijn familie is hier. Ben je oké? Heb je iets nodig? Water of iets te eten?' Ik antwoordde: 'Ik ben heel erg oké, dank je wel!' 'Je bent welkom', zei de man en hij reed terug naar dat dorp in de verte. Ik was verbaasd dat hij wist dat ik hier was. Verbaasd en dankbaar.

En op een plaaats waar de weg was opgebroken, zo totaal dat ik er niet meer langs kon, was er opeens een man die vroeg waar ik naar toe wilde. 'Het is niet nodig dat je deze weg  neemt,' zei hij, 'Je kunt daar langs gaan en de tweede brug over gaan.' Even snel als hij er was, zag ik hem niet meer. 

Ik zag een piepklein dood slangetje en even later een grote worm. Dat schudde mijn gevoel van verhoudingen. 

Ook zag ik de grote vriendelijke bruine rat met oranje tanden, waarover ik al eerder hoorde. Het was een merkwaardig gezicht en hij leek feitelijk op een otter.

3 opmerkingen:

  1. Sophie, meereizen door jouw ogen en vanuit jouw hersenen is een heel avontuur. Zet hem op en zet door, lieve!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel!
      ik vind het heerlijk dat je mee reist!

      Verwijderen
    2. Dank je wel!
      ik vind het heerlijk dat je mee reist!

      Verwijderen