zaterdag 10 september 2016

EEN WONDER, GEEN TOEVAL

Na de Rijn, waren de velden een frisse afwisseling. Ik ging weer af en toe naar links of rechts. Het was daar zo mooi dat ik er wilde blijven. Tegen een bomenrij ben ik in de nacht onzichtbaar, ik weet dat. Het was idyllisch. Een veld met hooibalen en op de achtergrond een dorp en een kerk. De volgende morgen kwam een hert uit de bomen op het veld rennen. Wat zou er 's nachts allemaal gebeuren, dicht bij mijn tent als ik slaap. Ik brak vroeg op, bleef nog zitten om het mooie uitzicht. Een jeep kwam aan. Er in de eigenaar van het land. Wat ik daar deed? 'Ik heb hier vannacht mijn tent opgezet. Ik wist geen andere plek en het is hier zo mooi.' 'Je had onder de brug kunnen slapen,' antwoordde hij. 'Ja, als ik van die brug wist, zou ik eraan hebben gedacht,' zei ik, 'Is dit uw land?' Het was zijn land en ik bood mijn excuses aan. Hij zei: 'Blijf hier, dan haal ik koffie.' Hij schoot een vogel, ik kon er niets aan doen en hij kwam terug met koffie en broodjes.  Ik was blij want het was zondag. Dan is hier geen winkel open.
Ik liep de hele dag. Ik zag een goede plek voor mijn tent. Maar ergens vandaan kwam de indruk dat ik beter naar de volgende dorp kon lopen. Ik vond daar een wijnhuis, waar ik in de tuin mocht kamperen. Een familie die de druiven verbouwt, de wijn maakt, proeft en flest, serveert en verkoopt. Het hele proces. Ze vroegen of mijn wagen licht liep. Nee, de balans is moeilijk te vinden en een verbinding begon te breken. De eigenaar was al naast de wagen geknield. Hij wilde het lassen als ik bleef. Zijn broer kwam er bij en samen namen ze mijn hele wagentje onder handen! Ik had me er zorgen over gemaakt en nu was het opgelost!
Ik kreeg druivensap mee, want wijn drink ik niet vaak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten